Het is een avond in december 1959, Rosa Parks, een zwarte Amerikaanse vrouw, staat op de bus te wachten na haar werk als naaister in een atelier. Ze is moe, en als de bus arriveert is ze blij een zitplaats te vinden.
De bus raakt echter steeds voller en na enige tijd zijn alle stoelen bezet. Een medepassagier verzoekt haar hierop haar stoel af te staan aan een blanke reiziger. In Montgomery zijn zwarten in die tijd verplicht hun plaats af te staan aan blanke medeburgers.
Rosa Parks weigert echter. Ze blijft zitten waar ze zit. Ze is van mening dat ze net zoveel rechten heeft om op die stoel te zitten als een blanke passagier. Voor de wet ligt dat echter anders.
Omdat Rosa Parks de wet overtreedt, word ze gearresteerd. Ze wordt veroordeeld en moest een boete van tien dollar betalen, plus de proceskosten. De arrestatie en veroordeling van Parks blijven echter niet onopgemerkt en al gauw besluiten andere zwarte burgers op te komen voor hun rasgenoot.
De weigering van Parks om op te staan voor een blanke medepassagier en de daarop volgende arrestatie en veroordeling, vormen de aanleiding voor een grootscheepse boycotactie. Zwarten in Montgomery besluiten niet langer gebruik te maken van bussen om aan te geven dat ze tegen de rassenscheiding in het openbaar vervoer zijn.
382 dagen duurt de boycot. Uiteindelijk wordt de rassenscheiding in bussen afgeschaft.